Het moet de zomer van 1975 zijn geweest toen een ras-Schermerhorner met Duitse naam, Joop Deckwitz, in zijn roeiboot stapte voor een tochtje Eilandspolder. Zijn neef voer in het natuurgebied mee. Het mooie weer deed neef Deckwitz besluiten tot een frisse duik in de plomp, om vervolgens weer in het bootje te klimmen. Maar dan ken je Joop nog niet. Joop roeide met de riemen die hij had, maar vooral heel hard. Voor neef Deckwitz zat er weinig anders op om op een stukje weiland te klauteren, een spurt in te zetten en via slootjes en nog meer stukjes weiland de boot van Joop Deckwitz te achterhalen. De twee vertelden hun verhaal ’s avonds aan de toog van de huidige hoofdsponsor café ’s Lands Welvaren en zoals zo vaak gebeurt... aan de bar ontstond een idee. Dat idee noemen we nu sinds de eerste editie van 1976 de Prutmarathon van Schermerhorn. En Joop Deckwitz, die het evenement nog altijd met enige trots aanschouwt, is de oervader van het baggerspektakel.
Hij organiseerde het Noord-Hollandse fenomeen enkele keren met Wim Imming, alvorens omnisportvereniging Sporting S de fakkel eenmalig overnam. Vier eeuwige jongeren (Ruud ‘Dup’ Imming, Kees ‘Kesse’ van Etten, André ‘Lep’ van der Burg, Piet ‘Spek’ van der Burg en Peter ‘Appel’ Appelman) stonden jarenlang aan het organisatieroer. Inmiddels speelt Rock Schermerhorn, dat in het Schermer dorp ook voor vele popconcerten en nachtmarkten verantwoordelijk was, met een achtkoppig bestuur en een peloton vrijwilligers sinds 1993 de regelneef.
Slechts in 1982 werd een prutmarathoneditie overgeslagen. Zes jaar daarvoor startte de allereerste baggerrace nog in Ursem. Een vuurpijl liet het publiek achter de sportvelden van Sporting S weten dat de wedstrijd begonnen was. De deelnemers holden, zwommen en baggerden een paar kilometer door de Mijzerpolder richting Schermerhorn en dat was het. Toch haalde het ‘gekke evenement’ vele kranten en een tijdschrift als Panorama. Prominenten als acteur Kees Brusse en schaatser Ard Schenk vormden de jury, waarbij laatstgenoemde ook nog eens als deelnemer werd ingeschreven. Hij eindigde in 1980 in de achterhoede.
De aandacht van de media is nooit weggeweest. Menig Nederlandse journalist dook zelf de bagger in om goed te kunnen opschrijven waarom elke prutmarathonner toch zo kapot over de finish komt, ‘dit nooit meer’ roept en het jaar erop toch weer aan de start verschijnt. Omdat vele buitenlanders het fenomeen bagger helemaal niet kennen, kwamen cameramensen uit onder meer Duitsland en Wales filmen. De beelden verschenen inmiddels in ruim 70 landen op de buis, van Argentinië tot de Verenigde Staten. Media-aandacht in het buitenland leverde opmerkelijke deelnemers op. Door een foto in een dagblad van Praag trokken meerdere Tsjechen een paar jaar lang per trein naar Nederland voor 3600 meter prutmarathon, inclusief 63 sloten. Duitsers, Belgen, Fransen, een Engelsman, een Spaanse, een Hongaar, Amerikaan, Zuid-Afrikaan en deelnemers uit Wales mochten we eveneens de nog schone hand schudden. Aled Rees uit Wales was de eerste buitenlandse winnaar in 1998. Hij zegevierde in deze editie ook met een ploeg Britten. De Duitser Stefan Schlett, in eigen land het ‘sportmonster genoemd’, was een jaar later de beste bij de veteranen.
Hoewel er meerdere prutmarathons in het land – en vooral de omgeving – bijkwamen, is vooral de ploegenrace in Schermerhorn uniek in zijn soort. Vijf deelnemers met minimaal 1 dame slepen zich voorzien van een rubberboot richting finish. Het door sloopbedrijf Arie Oud gesponsorde team van Zuidschermer won het jaarlijkse slotspektakel niet minder dan acht keer. Slechts de eerste twee prutmarathons kenden geen ploegenwedstrijd, maar sinds 1978 is de strijd om de eer (en de schoonste dame!) niet meer weg te denken.
Ook niet meer weg te denken zijn de tegel als aandenken en het predikaat Open Nationaal Kampioenschap. Organisator Rock Schermerhorn gaf haar evenement in 1995 zelf deze titel, toen uit ervaringen van deelnemers eigenlijk al jaren duidelijk was dat Schermerhorn de zwaarste prutmarathon heeft. De gedachte was een Nederlands kampioenschap te houden, maar daarvoor heb je een ‘bond’ nodig. De Koninklijke Nederlandse Atletiek Unie (KNAU) zag medewerking niet zo zitten, maar kón dat ook niet. Als in ons land namelijk een NK wordt georganiseerd, wordt de winnaar naar een WK uitgezonden; en een WK bestaat niet. Voor het predikaat Open Nationaal kampioenschap werd gekozen zodat ook buitenlandse belangstellenden zich konden blijven inschrijven. De eerste nationaal kampioenen ‘prutten’ waren in 1995 Rosalien Ponne (Hoorn, dames), Louis Dam (Wormer, heren tot en met 35 jaar), John Kuijper (Ursem, veteranen) en Myse & Co (Schermerhorn, groepen).
Laatstgenoemde ploeg bestond uit plaatselijke helden uit de Mijzer polder. De gebroeders Koot en Brouwer trainden op eigen weiland en in eigen sloten en wonnen de groepenrace drie maal. In al die jaren is het voor Schermerhorners moeilijk gebleken de plaatselijke prutmarathon te winnen. Bij de dames en de veteranen gebeurde het nog nooit en het herenpeloton kende één lokale winnaar: Patrick Koot, ook deel uit makend van Myse & Co, flikte de zeldzame overwinning in 1993. Zijn winst betekende het einde van een 13 jaar durend ‘Schermerhornloos’ tijdperk. In 1980 wonnen Jasperina van der Heiden, de gebroeders Jos, Piet en André van der Burg en Peter Appelman namelijk bij de ploegen.
De man die mag zeggen dat hij de allereerste pruttitel in de wacht sleepte is Peter van Wonderen uit werelderfgoed Beemster. De jury was het in 1976 even ontgaan dat Van Wonderen geen lange broek droeg (een traditionele verplichting, net als een shirt en schoenen). ‘Voor straf’ moest hij in ’77 met twee lange broeken aan het sportlijf aan de start verschijnen. En zo gebeurde. De absolute koning prutmarathon is nog altijd Peter Kramer uit Oudkarspel. De atleet zegevierde tussen 1980 en 1991 negen keer.
Voor alle winnaars sinds de jaren ’70: kijk elders op deze site.